Rechtspraak over mediation
Rechtbank Almelo, sector kanton locatie Almelo, 14 november 2002: In de periode
waarin discussie ontstond over het functioneren van een werknemer, heeft deze
werknemer verzocht om een gesprek met het bestuur van de stichting (werkgever).
De werkgever gaat akkoord onder de voorwaarde dat het gesprek plaatsvindt onder
leiding van een mediator. In overleg vindt de voordracht van een mediator
plaats. In een brief bevestigt de werkgever een en ander en geeft ook aan dat
het bestuur het voorstel voor mediation ondersteunt en daaraan haar medewerking
zal verlenen. Nog voordat de mediation feitelijk kan plaatsvinden verliest de
werkgever het vertrouwen in de werknemer volledig en trekt haar toegezegde
medewerking in. De kantonrechter overweegt bij het aan hem voorgelegde
ontbindingsverzoek: “Uit deze brief (bevestiging tot mediation; mb) kan niet
anders afgeleid worden dan dat de stichting kennelijk wel oog heeft voor de
emoties aan de kant van werknemer en dat er een gesprek zou komen onder leiding
van een onafhankelijke mediator. Het getuigt bepaald niet van goed
werkgeverschap om dat gesprek vervolgens eenzijdig af te blazen. Mogelijk zou
een dergelijk gesprek en wellicht een of meer vervolggesprekken er toe hebben
bijgedragen dat de relatie niet zo verslechterd zou zijn als thans het geval
is”.
Kantonrechter Amsterdam 21 december 2001 Nederlandse Jurisprudentie kort 2001,
nr. 13 : Geding tussen (ex-) werknemer en werkgever. Werknemer wordt
niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering op grond van een in de (arbeids)overeenkomst opgenomen mediationclausule. Indien partijen overeenkomen dat zij eerst zullen proberen om voor hun geschil via mediation een oplossing te vinden, is de partij die zich desondanks toch tot de rechter wendt, niet-ontvankelijk in zijn vordering, indien de andere partij zich op de mediationclausule beroept. (Noot Empathy.NL: Met deze uitspraak komt de noodzakelijke vrijwilligheid tot mediation onder druk te staan.
Kantonrechter Heerlen Jurisprudentie Arbeidsrecht 2000/255: “Verweerster
(werkgever) had gedurende de ontwikkeling van dit conflict een zeer goede
mogelijkheid om de zaken weer recht te trekken, namelijk toen door de Arbo-arts
het voorstel is gedaan om mediationbureau Compaan te laten bemiddelen en naar
een oplossing te zoeken. Dit is door verweerster afgewezen, waardoor haar
toegerekend kan worden dat zij het conflict vanaf dat moment bewust heeft laten
oplopen.”
President Rechtbank Arnhem 4 februari 2000, Kort Geding 2000, 65,
Vrijwilligheid: De vordering tot ondertekening van de vaststellingsovereenkomst
wijst de President af. Het verweer van de weigerachtige ondertekenaar omdat men
niet instemt met de vaststellingsovereenkomst slaagt met een beroep op het
mediation-reglement dat vrijwilligheid voorop stelt.
Hoge Raad 18 december 1998, Rechtspraak van de Week 1999, 2C, Verschoningsrecht:
“Het verschoningsrecht van de notaris strekt zich uit tot datgene waarvan de
wetenschap hem als zodanig, dat wil zeggen als notaris is toevertrouwd.
Aangezien slechts de notaris precies kan beoordelen of bepaalde gegevens onder
zijn verschoningsrecht vallen, moet dit oordeel in beginsel aan de notaris
worden overgelaten. De rechter dient beroep van de notaris op diens
verschoningsrecht te aanvaarden, zolang hij aan redelijke twijfel onderhevig
acht of verstrekking van de gegevens zou kunnen geschieden zonder dat
geopenbaard wordt wat verborgen dient te blijven.”
Hof van Discipline Advocatuur, 18 maart 1985, Advocatenblad 1986, p.251 m.nt.
FNM, Raadsman van twee partijen: “Wanneer een advocaat raadsman is van twee
partijen die met elkaar contracteerden als een soort intermediair functioneerde,
brengt een dergelijke positie niet mee dat er geen geheimhoudingsplicht en dus
verschoningsrecht in een eventueel getuigenverhoor meer zou bestaan ten aanzien
van wat een partij aan de advocaat buiten aanwezigheid van de andere partij
heeft toevertrouwd. Wanneer een advocaat, als getuige gehoord met betrekking tot
vragen of en onder welke omstandigheden een rechtshandeling tot stand is gekomen
en wat de inhoud van die rechtshandeling is, daarbij zijn overtuiging
respectievelijk zijn indrukken over de geestestoestand van zijn cliënt,
respectievelijk de wilsverklaring van zijn cliënt weergeeft, treedt hij buiten
de grenzen die een advocaat, ook als hij moeten getuigen ten nadele van zijn
cliënt, in acht dient te nemen.”